De stad kan in haar eigen doen en laten ook gemakkelijk zorgen voor betere dierenwelzijn.
Bij de heraanleg van pleinen en straten moet meer groen voorzien worden, in plaats van dorre betonnen vlaktes. Dit is niet enkel goed voor het dierenbestand, maar is ook beter voor de mensen die leven in de stad. Groen en bomen zorgt immers voor meer schaduw.
Aan draagvlak voor hondenbezit wordt gewerkt door te zorgen voor uitlaatplaatsen en afgebakende losloopgebieden. Er moet minimum in iedere deelgemeente dergelijke plaatsen voorzien zijn.
Bij de bouw van grotere bouwprojecten moet in de bouwregels voorzien worden in groene daken (met zonnepanelen geïntegreerd), nest-mogelijkheden voor dieren en genoeg bomen en struiken rond het gebouw.
De stad onderhoudt geen grachten of kapt geen bomen tijdens het broedseizoen.
De stad voorziet maatregelen in haar rampenbestrijdingsplan voor de veiligheid van de dieren.
De stad moet het goede voorbeeld geven en zelf gebruik maken van duurzamer vlees, eieren en zuivel met meerwaarde, zowel voor het personeel als tijdens manifestaties georganiseerd door de stad. Er moet ook altijd een (wisselend) aanbod vegetarisch voedsel van hoge kwaliteit voorzien worden. Minder maar beter moet de regel worden. De stad moet dit programma ook overleggen met het onderwijs om dit door te voeren op de scholen.
De dienst dierenwelzijn bij de politie moet zich meer integreren binnen het korps, zodat iedere agent zich bewust wordt van het belang. Er moet meer (civiel) personeel bij komen, zodat de politionele taken van de dierenwelzijnpolitie beter opgevolgd worden.
De stad geeft informatie en sensibiliseert via hun website over dierenwelzijn. Deze informatie kan gaan over de de wetgeving, aangifte dierenmishandeling, tips voor dierenwelzijn,…Ook de politie moet op hun website informatie geven over dierenwelzijn.