Heel wat verlichting in Leuven werkt nog niet op LED. LED biedt nochtans heel wat voordelen in vergelijking met het oude type. Met als grootste voordeel de langere levensduur en het veel mindere verbruik. Het is dus hoog tijd om versneld de lampen te vervangen.
Lampen vervangen door LED is echter niet genoeg. Het wordt tijd om over te stappen naar slimme verlichting in plaats van verlichting die elke dag simpelweg aan- en uitgaat.
De vraag mag dus niet zijn of we overstappen op LED, maar wanneer we overstappen op slimme verlichting.
Waarom? Het leidt tot meer veiligheid en leefbaarheid tegenover lager energiegebruik en minder onderhoudskosten.
Er zijn veel toepassingen waar slimme verlichting kan gebruikt worden.
Zo kan de stad de verlichting aanpassen aan wat de bewoners op dat moment nodig hebben. Niet overal in de stad hoeft de hele nacht dezelfde – felle – verlichting te branden. Daardoor dalen het energiegebruik en de CO2-uitstoot. En zo wordt ook de lichtvervuiling minder.
Zo kan je de verlichting dempen in woonwijken, maar feller laten branden rond uitgaansgebieden. Maar mocht er toch mensen passeren, kan de verlichting in de woonwijken beginnen feller branden. Het kan ook gebruikt worden om, wanneer er veel volk rondhangt op een plein, de verlichting feller te doen branden. Dit is een vorm van sociale controle.
Ook het onderhoud is gemakkelijker en dus goedkoper. De centrale krijgt een seintje als een lamp defect is. Gedaan met onderhoudsrondes waar techniekers in een hoogtewerker de lampen stuk voor stuk controleren.
En door LED-verlichting zijn de mogelijkheden om accenten te leggen, veel groter dan met gewone straatverlichting. Zo kan ieder pleintje zijn eigen karakter krijgen.
Ik ben er zeker van dat Leuven zo een fijnere plek kan worden en dat slimme verlichting daarbij een grote rol kan spelen. Slimmere, duurzamere verlichtingsoplossingen kunnen ervoor zorgen dat mensen in een veilige en aantrekkelijk Leuven kunnen wonen, werken en uitgaan.